Langzaamaan doodgaan

Gepubliceerd op 6 maart 2019 om 08:37

9 oktober 1993 was een heuglijke dag in een rijtjeswoning in IJsselstein. Mijn moeder beviel van een gezonde dochter, thuis in haar eigen bed. Vanaf het moment dat ik voor het eerst mijn ogen open deed, was een ding zeker: mijn leven is eindig.

 

Klinkt als een deprimerende gedachte.

 

In de medische wereld proberen we iedereen zo lang mogelijk uit de klauwen van de dood te houden. We maken het lijden draaglijk met pilletjes, therapie en operaties. Ik zie mezelf al zitten als negentigjarige met mijn gekleurde snoepjes. Eentje voor de bloeddruk, een cholesterolverlager, een pijnstiller voor mijn artrose, tien verschillende voedingssupplementen omdat ik niet gevarieerd genoeg meer kan eten met mijn kunstgebit. Mijn rollator brengt me in huis waar ik wezen moet. Na mijn val in huis vorig jaar ben ik constant bang om te vallen. Even naar het toilet gaan duurt al een kwartier. Mezelf 's ochtends aankleden duurt minimaal een uur, zeker met die rottige steunkousen. Twee keer per dag schuifel ik naar de eetzaal om mijn voorgesneden boterham met pindakaas naar binnen te schuiven. Naar buiten gaan durf ik niet alleen, de fysiotherapeut gaat twee keer per week buiten met mij een rondje om het gebouw sjokken. Daarna voel ik me alsof ik een marathon gelopen heb.

 

Geen prettig vooruitzicht.

 

Een medische behandeling houdt mijn huidige kwaliteit van leven hooguit in stand. Van chemotherapie ga ik niet beter lopen. Een bloeddrukverlager zorgt er niet voor dat ik mijn huis weer zelfstandig kan schoonmaken. Pijnstillers maken de pijn wel draaglijk, maar verbeteren niet mijn conditie of mijn spierkracht. Het kan mijn leven wel verlengen, maar verlengt daarmee ook het lijden. Ik kan de dood uitstellen, maar ik kan het niet ontkomen. Het is tenslotte de enige zekerheid die ik bij mijn geboorte meekreeg.

Als kind gaan we naar school om te leren hoe we ons kunnen redden in het leven. Waarom zouden we aan het eind van ons leven niet leren hoe we kunnen sterven? Ik ben niet bang om dood te gaan, maar de weg er naartoe kan erg onaangenaam zijn. We wensen allemaal een 'zachte dood', dat we in onze slaap niet meer wakker worden. Minder dan een op de tien mensen overlijdt op die manier. De meesten verlaten de wereld na een langdurig ziekbed. Die kan verzacht worden door de juiste begeleiding en voorlichting.

De medische ontwikkelingen maken het mogelijk om mij langer in leven te houden, maar ik hoop dat ze die kennis ook willen gebruiken om mij gerieflijk te laten sterven. De palliatieve zorg kan veel eerder starten dan drie maanden voor het einde. Ik vind het prima om rustig te kunnen wennen aan het idee dat het einde nadert. Het hoeft geen snelle dood te zijn, maar een luisterend oor en iemand die je helpt om orde op zaken te stellen maakt de weg zoveel gemakkelijker om te bewandelen.

Dan kan ik de dood vriendschappelijk omarmen zodra mijn tijd gekomen is. En tot die tijd natuurlijk volop genieten van het leven.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.