Een half jaar geleden was mijn agenda goed gevuld. Werken als fysiotherapeut, bijna elk weekend volleyballen, teksten schrijven voor Hersenspinsels, zangles, training geven, zelf trainen en ga zo maar door. Opeens lag alles stil. Mijn agenda was leeg. Alleen mijn werk voor Hersenspinsels kon ik echt digitaal doen.
In de laatste maanden is elk stukje langzaam weer opgestart. Het begon met de fysiotherapiepraktijk. Daarna kwamen daar de digitale overleggen bij voor de Fysiovakbond om een nieuwe cao te maken voor fysiotherapeuten. Training geven voor de kinderen mocht in mei weer, maar alleen buiten. In augustus gingen mijn vriend en ik voor het eerst weer naar een concert. Buiten, onder een tentdak tegen de regen, op anderhalve meter afstand.
Nu zijn de volleybaltrainingen weer begonnen. Zaterdag is de eerste wedstrijdronde, ook voor de kinderen die ik ga coachen. Het eerste hardloopevenement van dit jaar, de Zevenheuvelenloop van 15 kilometer in Nijmegen, komt op 15 november mijn agenda binnen fietsen. Mijn vriend wil graag meedoen. Tja, dan laat ik me niet tegenhouden. Zeker niet nu ik zelf een cursus volg die de Running Fysiotherapeut heet.
Na een aantal gesprekken ben ik aangenomen bij een instelling voor hartrevalidatie. Daar ga ik twee dagen in de week werken en daarnaast twee dagen in de eerstelijnspraktijk. Vier werkdagen, in totaal ongeveer 28 uur. Dat is minder uren dan ik vorig jaar werkte. Toch lijkt het alsof mijn leven in de laatste maand weer ontzettend vol is geraakt. Eigenlijk vond ik die leegte wel prettig. Rust, stilte, tijd voor mezelf.
De hoeveelheid activiteiten die ik vorig jaar zonder twee keer nadenken deed, lijken nu een grote berg. Ik moet de gaatjes in mijn agenda zoeken om ze nog in te plannen. Wat natuurlijk ten koste gaat van mijn lege uren, waarin ik lekker een rondje ga wandelen of een boek lees. Tijd waarin ik naar mezelf kijk, om te zien of ik nog wel gelukkig ben. Tijd om een column te schrijven, gewoon omdat ik dat leuk vind.
Het gewone leven voelt ineens heel druk. Toch weet ik dat ik het over twee maanden weer prima vind. Dat ik weer ga wennen aan dat oude niveau van activiteiten en afspraken. Tot de volgende periode komt waarin mijn agenda weer helemaal wordt leeggeblazen. Of tot ik zelf besluit dat ik minder wil doen natuurlijk!